21 september, 2022
We weten allemaal wat er komen gaat en hoe de dag zal verlopen, maar toch is de derde dinsdag van september altijd weer een bijzondere dag om naar uit te kijken. Ook dit jaar waren er twee bijzonderheden. De gezamenlijke vergadering van de Staten-Generaal werd gehouden in de Koninklijke Schouwburg en onze kroonprinses was voor het eerst officieel aanwezig.
Tot op heden geen echt schokkende zaken voor de gemiddelde HR- en salarisprofessional. De dag stond verder vooral in het teken van stijgende prijzen van boodschappen, brandstof, energie en de daarmee samenhangende dalende koopkracht voor ons als burgers. Dat lijkt niet echt het vakgebied van HR en salaris. Maar ik ben van mening dat dit toch wel genuanceerder ligt.
De verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,19 naar € 0,21 is natuurlijk bedoeld om werknemers die vanwege het werk reizen tegemoet te komen in de stijgende brandstofkosten. Het mocht ook wel weer een keer, want sinds 2006 is de vergoeding niet verhoogd. Maar de vraag is natuurlijk of werkgevers ook daadwerkelijk de kilometervergoeding gaan verhogen? Dat het fiscaal mag, wil nog niet zeggen dat je het arbeidsrechtelijk moet of wil doen. Hoewel met de huidige arbeidsmarkt de onderhandelingspositie van de werknemer natuurlijk wel sterk is.
De toegezegde verhoging van de thuiswerkvergoeding is niet opgenomen in het Belastingplan. Dit is ook niet nodig. De wet voorziet al in een jaarlijkse indexatie. Het definitieve bedrag voor 2023 zal later bekend worden gemaakt.
De belastingtarieven dalen en de heffingskortingen stijgen per 2023. Dat zal dus in het algemeen leiden tot een hoger nettosalaris per 2023. Altijd een fijne boodschap om als HR- en salarisprofessional te brengen. Pensioenpremies en cao-bijdragen zouden echter een en ander nog kunnen remmen. Het is ook maar de vraag of de stijging van het nettoloon voldoende is om de gedaalde koopkracht te compenseren. Waarschijnlijk niet. En, hoewel die dalende koopkracht niet direct HR- of salarisgerelateerd is, kan het dat indirect natuurlijk wel worden. Als werknemers met schulden te maken krijgen, kan dit al vrij snel ten koste gaan van de productiviteit of zelfs het ziekteverzuim verhogen. Het is dus van belang om goed op je werknemers te letten en met hen in gesprek te blijven. Een meedenkende werkgever vermindert wellicht iets de zorgen.
De afbouw van de algemene heffingskorting (AHK) gaat vanaf 2023 niet meer alleen over het inkomen in Box 1, maar over het gehele verzamelinkomen. Dat is een punt van aandacht voor de HR- en salarisprofessional. Hierdoor kunnen namelijk verschillen tussen de ingehouden loonbelasting en de uiteindelijk verschuldigde inkomstenbelasting groter worden. Mocht blijken dat bij het berekenen van de loonheffing meer AHK is verrekend dan in de inkomstenbelasting wordt toegekend, dan wordt al snel naar de salarisadministratie gewezen als ‘schuldige’. Zorg er dus voor dat je dit goed kunt uitleggen in 2024.
Los van Prinsjesdag zijn er nog twee dossiers waar de HR- en salarisprofessional goed rekening mee moet houden.
In de eerste plaats het Besluit IKV. Het is weliswaar opnieuw uitgesteld en nu tot 2025. Maar van uitstel komt zeker geen afstel. Het is wel te hopen dat er uiterlijk begin 2023, of beter nog eind 2022, duidelijkheid komt over hoe om te gaan met ZW- en WAZO-uitkeringen die via de werkgever aan de werknemer worden betaald, de zogenoemde werkgeversbetalingen.
Het andere dossier dat op werkgevers afkomt is dat werkgevers die meer dan 100 werknemers in dienst hebben vanaf 2023 bij moeten gaan houden op welke manier hun werknemers reizen. Zowel het woon-werkverkeer als de overige zakelijke kilometers moeten worden vastgelegd. Het totaal aantal kilometers moet worden gerapporteerd aan de overheid. Hierbij moet ook onderscheid worden gemaakt in welk vervoermiddel en welke brandstof (benzine, diesel of elektrisch rijden). De rapportage wordt gebruikt om te bepalen wat de CO²-uitstoot is per werkgever en of deze aan de normen voldoet. Doelstelling is deze regelgeving in te laten gaan per 1 januari 2023, maar vanuit de overheid zijn nog lang niet alle specificaties en eisen bekendgemaakt.
‘Never a dull moment’ wordt er wel eens gezegd. Dat geldt zeker voor de HR- en salarisadministratie. Grote thema’s als dalende koopkracht, klimaat en stikstofuitstoot blijken na Prinsjesdag 2022 wel degelijk van invloed op het werk van de HR- en salarisprofessional.